De Hongaarse keuken is me niet echt bekend. Behalve goulash dan. Na wat onderzoek blijkt dat helemaal onterecht. Vooral wat zoetigheid betreft heeft Hongarije heel wat te bieden. Dobos taart, Estherhazy taart, te veel om op te noemen. Gebak met veel laagjes, boterroom, chocolade, karamel,... Heerlijk, maar ik had zin in iets minder groots en machtig. Recent maakte ik immers een grote taart in 4 lagen en met boterroom, waar ik binnenkort een blogpost over zal publiceren.
Zo kwam ik dus uit op Kiffles, een koekje dat in Hongarije traditioneel gemaakt wordt rond de kerstdagen. Ik baseerde me op dit Kiffles recept van de site American heritage cooking. Ik maakte gebruik van pruimen, veenbessen en abrikozen voor de fruitvulling om zo de Belgische drie kleuren te krijgen. Haha ! Ik zeg het jullie maar want het valt niet echt op.
De match Zweden - België was echt wel super spannend hé!? We hebben zelfs een kleine aardbeving veroorzaakt door met z'n allen blij op te springen bij het verlossende doelpunt ! Ja, ik sprong zelf ook mee een gat in de lucht. Zo'n spanning kan ik bijna niet aan. Ik moet toegeven dat ik dan ook niet echt gekeken heb, maar wel luisterde naar de uitzending op televisie, terwijl ik ondertussen mijn artikel afwerkte van de laagjestaart waarover ik het al had. Ik ben benieuwd naar de afloop van de wedstrijd van vanavond tegen Hongarije. Hopelijk wordt het niet weer zo'n thriller. Ik hoop natuurlijk wel dat ze winnen. Zo kan ik blijven experimenteren met gebak en zoetigheid van andere landen. Heel leerrijk en uitdagend vind ik het om er telkens wat van België en wat van een ander land in te steken.
Ingrediënten:
voor de fruitmoes: (Confituur is niet zo geschikt, wegens te lopend.)
- 80 gram gedroogde vruchten. Ik gebruikte veenbessen en pruimen.
- 35 gram suiker (of naar smaak)
- water
- eventueel 1 theelepel maizena
voor de kiffles: (goed voor zo'n 60 kleine koekjes)
- 240 gram zachte boter (kamertemperatuur)
- 225 gram roomkaas (kamertemperatuur)
- 290 gram bloem
- 1/4 theelepel zout
- 100 gram kristalsuiker voor het uitrollen
Werkwijze:
voor de fruitmoes:
- Snij het gedroogde fruit in stukjes en verwijder eventueel ook de pit.
- Doe het fruit in een steelpannetje en voeg water toe tot het fruit net onder staat.
- Breng aan de kook tot het fruit zacht is geworden.
- Voeg de suiker toe en laat de moes indikken.
- Je kan eventueel ook een theelepel maizena oplossen in een theelepel water. Roer dit mengsel tot je geen klonters meer hebt. Voeg het papje toe en dik hiermee je fruitmoes in.
- Laat afkoelen en bewaar in de ijskast.
voor de kiffles:
- Meng de boter en de roomkaas tot een homogeen mengsel.
- Zeef de bloem en voeg het hieraan zout toe.
- Doe de bloem in drie à vier stappen bij het boter-roomkaasmengsel. Laat telkens de bloem volledig opnemen in het deeg.
- Verdeel het deeg in vier porties en laat het een aantal uren rusten in de ijskast verpakt in een plastic zakje.
- Gebruik 1/4 deel van je afgekoelde en harde deeg en rol dit zeer dun uit. De rest van het deeg laat je zolang je het niet gebruikt in de ijskast liggen. Het deeg wordt immers erg plakkerig als het opwarmt.
- Gebruik bij het uitrollen bloem tegen het kleven, maar ook suiker. Dit zal bij het bakken karameliseren en je koekjes lekker krokant maken.
- Steek er vierkantjes uit van ongeveer 6 cm. (Het recept spreekt van 4 cm, maar dan zijn je koekjes piepklein aangezien je ze ook nog oprolt.)
- Vul met een 1/4 a 1/2 theelepel fruitmoes.
- Rol 2 hoekjes naar mekaar toe en plooi ze dicht op mekaar. Ik gebruikte water om ze wat meer te doen kleven. Na het bakken kwamen mijn flapjes echter zeer vaak los. Het koekje oprollen als een pannenkoek gaf me betere resultaten.
- Leg de koekjes op een rooster bekleed met een bakmat of een bakplaat bekleed met bakpapier.
- Bestrooi de koekjes met kristalsuiker.
- Bak gedurende 10 minuten op 190 graden.
- Laat ze afkoelen.
Conclusie:
De koekjes zijn erg lekker, vooral de dag dat je ze gemaakt hebt. Maar ik vond ze erg moeilijk en nogal een prutswerk om ze te maken. Ze zijn immers erg klein. Het recept spreekt van rechthoekjes van 4 cm. Als je die dichtplooit heb je een heel klein koekje over.
Lastig is vooral dat het deeg erg gevoelig is aan warmte. Wanneer je handen te warm zijn of het deeg een tijdje uit de ijskast is, begint het al snel heel erg te kleven. Bij mijn eerste lichting koekjes bleek dat na het bakken de twee flapjes terug open gingen staan. Bij mijn tweede lichting kleefde ik ze dus vast met wat water en drukte ze extra goed aan. Maar opnieuw stond de helft na het bakken terug open...
Ik heb dus mijn laatste deeg in een meer traditioneel Belgisch jasjes gestoken en er carré confituur gebakjes van gemaakt. Het deeg proeft immers opvallend veel zoals bladerdeeg en met het laagje fruit was dat een voor de hand liggende keuze. Ik moet ook nog opmerken dat confituur lopender is dan fruitmoes. Als je confituur gebruikt, loopt je vulling veel sneller uit je koekje zo ondervond ik zelf.
Een lekker koekjes dus. Maar een hele uitdaging om ze correct te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten