zondag 29 oktober 2017

Appelvlaai met kruidnoten : appeltaart voor Sinterklaas


Voor de zomer volgde ik een cursus bij de PIVA over het bakken van taarten met gistdeeg. Ik leerde er allerlei vlaaien en taarten maken zoals smurfentaart, rijsttaart, brésiliennetaart en flan. Héél erg leuk en lekker allemaal. 

Ik had dan ook erg veel zin om nog eens zo'n fruitvlaai te maken met appel. Maar ik wou er natuurlijk wel een eigen draai aan geven en combineerde de traditionele fruitvulling op een laagje gele room met kruidnoten. Appel, speculaas en pudding leek me immers een ideaal trio en het past bovendien helemaal bij deze tijd van het jaar. Sinterklaas is immers bijna in het land en appeltaart en de herfst zijn zo goed als synoniemen. 😉 

Ik kan alvast verklappen dat het erg lekker was! Voor ik het wist was er nog maar één stukje taart over en heb ik het mijn man laten opeten omdat hij het zo lief vroeg...  

Denk dat ik snel nog maar eens één ga bakken ! 


Benodigdheden:


voor de banketbakkersroom:

  • 1/4 liter melk, bij voorkeur volle melk
  • 1 ei
  • 60 gram kristalsuiker
  • 25 gram maizena 
  • een halve vanillestok of een halve theelepel vanille essence


voor het gistdeeg:

  • 250 gram bloem
  • 12 gram kristalsuiker
  • 110 milliliter water op kamertemperatuur
  • 7,5 gram verse gist
  • 50 gram zachte boter
  • 1 ei  (=50 gram)
  • 5 gram zout


voor de appel en kruidnoten vulling:

  • appelmoes (liefst zelf gemaakt, want het lekkerst)
  • kruidnoten


voor de afwerking:


werkmateriaal:

  • een kookpot
  • een garde
  • een schaal
  • vershoudfolie
  • een corn of deegschraper
  • een deegrol
  • een borsteltje
  • een scherp mesje
  • een getande taartvorm van 24 cm


Werkwijze:


Eerst gaan we de gele room of banketbakkersroom maken. Dit mengsel moet de tijd krijgen om af te koelen voor we er verder mee aan de slag kunnen gaan.

voor de banketbakkersroom:

  • Snij het halve vanillestokje doormidden en schraap het vanillemerg eruit.
  • Doe 3/4 van de melk in een kookpot en voeg het vanillemerg en het vanillestokje en de helft van de suiker toe. Breng aan de kook.


  • Meng ondertussen in een kom de maizena met de andere helft van de suiker.


  • Voeg nu de resterende 1/4 koude melk toe aan het maizena-suiker mengsel en roer dit met een garde er goed onder. Zorg ervoor dat je geen klonters hebt.


  • Meng tenslotte ook het ei eronder en kluts dit alles goed glad.


  • Wanneer de melk kookt, haal je de pot van het vuur. 
  • Je giet eerst een deel van de hete melk bij je maizena-suiker-eierdooier-melk-mengsel en roer dit kort en krachtig door.


  • Daarna giet je dit mengsel terug in de kookpot bij de warme melk.  Roer dit goed door met je garde. Je brengt het mengsel terug aan de kook en roer tot de massa is ingedikt.




  • Giet je banketbakkersroom in een grote schaal en leg er een laagje vershoudfolie over. Leg de folie tegen de gele room zo ontstaat er geen vel.


  • Laat afkoelen in de ijskast.

Ondertussen beginnen we aan het gistdeeg. Handen uit de mouwen dus 😉

voor het gistdeeg:

  • Indien de boter hard is, maak deze dan zacht door er met je handen in te kneden. Je wil immers geen harde brokjes boter in je deeg later.
  • Leg de bloem in een cirkel op je werkvlak.
  • Strooi het zout aan de rand van deze bloemcirkel.
  • Verdeel de zachte boter eveneens aan de rand.
  • Los de gist en de suiker in het water op en giet dit middenin de cirkel. Let op : je moet vermijden om gist en zout bij elkaar in de buurt te brengen.
  • Voeg het ei toe aan het lauwe water.


  • Meng eerst met je hand middenin de cirkel en werk langzaam naar buiten toe en werk de bloem, de boter en het zout eronder tot je een mooie deegbal krijgt. Het is aanbevolen om gebruik te maken van een corn of deegschraper om alle bloemrestjes in je deeg te verwerken. Zo hou je meteen ook je werkvlak proper.




  • Verpak het deeg in vershoudfolie en laat het minstens 15 minuten rusten in de koelkast. Je deeg zal steviger worden en hierdoor makkelijker uit te rollen zijn.


voor de vulling en afwerking:

  • Verwarm de oven voor op 200 graden.
  • Smelt ondertussen een restje boter en borstel hiermee je bakvorm in. Vet ook de gekartelde randen goed in, maar overdrijf niet. Je moet er geen zwembad van maken. Draai je bakvorm om indien je wat teveel boter gebruikt hebt, dan loopt het overschot eruit.


  • Maak je werkblad schoon.
  • Bestuif je werkoppervlak met een dun laagje bloem. Haal je deeg uit de folie en bewaar de folie voor later. Bestuif je deegbal eveneens lichtjes met wat bloem.
  • Klop het deeg een beetje platter en begin uit te rollen.


  • Rol telkens één keer en geef een draai aan je deeg. Zo rol je niet telkens in dezelfde richting. Draai het ook een keer om zodat je de ommezijde bewerkt.
  • Rol tot je deeg ongeveer 2,5 mm dik is.


  • Maak gebruik van je deegrol om je deeg over de vorm te leggen.
  • Leg het deeg goed zodat het over de ganse vorm egaal ligt en druk aan de randen de lucht weg.
  • Vorm een balletje met een overschotje deeg en duw hiermee het deeg tegen de rand aan.


  • Duw met je duim het deeg goed aan tegen de opstaande rand.
  • Duw vervolgens met de bal van je hand het deeg tegen de buitenrand zodat je een mooie taartrand krijgt.
  • Duw nogmaals het deeg met je duim aan tegen de opstaande rand. Je moet immers een raakvlak creëren voor je deegdeksel dat hieraan zal kleven straks.


  • Maak een nieuwe deegbal met het deegoverschot en pak het in de folie die je bewaard hebt en leg terug even in de koelkast.
  • Neem de afgekoelde banketbakkersroom uit de koeling en roer deze glad met een garde.
  • Breng een dun laagje van maximum 1 cm aan op het deeg.


  • Verdeel hierover de appelmoes.
  • Maak niet de fout om te veel vulling aan te brengen. Het gevaar is immers dat je taart eruit gaat zien als een vulkaanuitbarsting wanneer je vulling eruit gutst tijdens het bakken... 😱


  • Verdeel tenslotte de kruidnoten over de taart. Hou de rand vrij. Je opstaande deegrand moet zo dadelijk goed tegen het deegdeksel kunnen kleven.


  • Breng aan de deegrand een laagje geklutst ei aan door middel van een borstel. Zo blijft je deegdeksel straks kleven aan je taartbodem.


  • Haal het deegoverschot uit de koeling en rol dit opnieuw uit zoals voorheen dus op een werkblad dat je bestoven hebt met bloem en telkens een draai gevend aan je deeg.


  • Leg door middel van je deegrol het deegdeksel over de taart en druk aan de rand, waar je het eigeel aanbracht, goed aan.

 

  • Duw opnieuw het overtollige deeg aan de buitenrand af met de bal van je hand.
  • Borstel je deegdeksel in met geklutst ei, zo krijgt je taart bij het bakken een mooie goudbruine kleur.


  • Bestrooi tenslotte met decoratiesuiker. Het is niet strikt noodzakelijk, maar de suikerkorst ziet er leuk uit en het zorgt wel voor een leuk krokant effect bij het eten van de vlaai.


  • Knip of snij middenin en aan de zijkant inkepingen in het deegdeksel zodat er stoom uit kan ontsnappen.


  • Laat de taart 20 minuten bakken.
  • Haal de taart uit de oven en laat ze een 20 tal minuten afkoelen in de vorm op een rooster.
  • Haal de taart tenslotte uit de vorm. Hiervoor wip je de taart kordaat uit de vorm. Laat ze nog een tijdje rusten op een rooster.




Conclusie:


Deze taart ziet eruit en smaakt alsof je ze bij je favoriete bakker hebt gekocht. De combinatie van banketbakkersroom, appel en kruidnoten is zeker geslaagd! Een heerlijke vlaai waarvan mijn ervaring is dat iedereen er een tweede stuk van wil.

De taart vraagt misschien wat werk, maar het is geen ingewikkeld technisch kunstje dat je ervoor moet verrichten : banketbakkersroom maken, een gistdeeg bereiden en uitrollen. Eens je het een keertje gedaan hebt, draai je er je hand niet meer voor om. 😊

Heel erg leuk aan deze taart is dat je er makkelijk mee kan variëren. Maak bijvoorbeeld kriekenvlaai. Of wat dacht je van een rabarber, abrikozen,....Verdubbel gewoon de ingredienten en maak twee of meer vlaaien.

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...